Bij een stamppot wordt vaak een rookworst gegeten. De meeste rookworsten zijn van varkensvlees en/of glucosestroop en/of dextrose gemaakt. Dat eet ik niet, want ik ben een ‘gevoelige’ coeliaak maar ik eet ook geen varkensvlees. Laatst had ik een runderrookworst gevonden die glutenvrij was is, maar helaas kreeg ik toch klachten van deze rookworst. Nu heb ik zelf een kalkoenworst bedacht. Uiteraard is dit geen gerookte worst, want ik heb geen rookmachine. De kalkoenworst heb ik eerst gekookt en vervolgens in glutenvrij paneermeel gerold en gebakken. Het lijkt dus echt niet op een rookworst, maar de kalkoenworst smaakt wel erg goed.
Omdat in elk soort rookworst of gekookte worst vet is verwerkt (zodat de worst niet te droog wordt) heb ik er voor gekozen om kokosboter in de kalkoenworst te gebruiken. Kokosboter wordt hard als het afgekoeld is en is ook neutraal van smaak. Je proeft niet dat dit er in zit.
Het leuke van dit soort recepten is dat je een eigen kruidenmengsel kan maken, zodat de worst helemaal naar je eigen smaak is. Je kunt de kalkoenworst uiteraard ook zonder paneermeel bakken in wat olie en/of boter. Dan krijg de kalkoenworst een mooi goudbruin gebraden kleurtje.